Het wederkerend werkwoord in het Duits
Een wederkerend werkwoord Duits herken je aan het feit dat het altijd gekoppeld is aan een wederkerend voornaamwoord. Een wederkerend werkwoord wordt ook wel reflexief genoemd. Het Duits kent net als het Nederlands ook wederkerende werkwoorden, maar niet alle woorden die in het Nederlands wederkerend / reflexief zijn, zijn dat in het Duits ook en niet alle werkwoorden die in het Duits reflexief zijn, zijn dat in het Nederlands. Hieronder vind je enkele voorbeelden van werkwoorden die in het Duits reflexief zijn maar in het Nederlands niet:
sich verlieben – verliefd worden
sich entscheiden – beslissen
sich bewerben – solliciteren
In het Duits wordt het wederkerend werkwoord “das reflexives Verb” genoemd. Het wederkerend voornaamwoord noem je “das Reflexivpronomen”. Het vervoegen van het wederkerend werkwoord gaat als volgt:
ich bewerbe mich
du bewirbst dich
er bewirbt sich
wir bewerben uns
ihr bewerbt euch
sie bewerben sich
Sie bewerben sich
Houd er rekening mee dat een wederkerend werkwoord ook zwak of sterk kan zijn en dat er bij een sterk werkwoord een klankverandering kan voorkomen zoals we zien in het voorbeeld hierboven.
Het wederkerend voornaamwoord, wanneer de derde naamval en wanneer de vierde naamval:
Als er sprake is van alleen een wederkerend voornaamwoord in de zin en er staat geen lijdend voorwerp in de zin dan gebruik je de vierde naamval:
ich wasche mich
Staat er wel een lijdend voorwerp in de zin dan komt het wederkerende voornaamwoord in de derde naamval te staan en het lijdend voorwerp in de vierde naamval. In plaats van een bezittelijk voornaamwoord zoals in het Nederlands:
Ik heb mijn tanden gepoetst
Ik heb mijn gezicht gewassen
komt er een lidwoord in het Duits:
ich wasche mir das Gezicht
du hast dir die Zahne geputzt
du hast dir das verdient
Wanneer het gaat om lichaamsdelen wordt in het Duits altijd een wederkerend voornaamwoord in de derde naamval gebruikt en komt er een lidwoord voor het lijdend voorwerp.